De verdachte had in oktober 2020 ruzie met zijn broer en liep hem vanuit hun woning achterna. Tijdens deze confrontatie trok hij een vuurwapen en schoot één kogel af, die terecht kwam in het bovenbeen van het slachtoffer. Door het schot liep het slachtoffer letsel op aan de slagader in zijn bovenbeen.
Volgens de verdachte was het niet zijn bedoeling om zijn broer te raken. Hij wilde vanaf 10 à 15 meter langs zijn broer schieten om hem schrik aan te jagen. Doordat het slachtoffer richting de kogelbaan stapte is hij onbedoeld toch geraakt. De verdediging stelt dat de verdachte richting de grond zou hebben gemikt.
De rechtbank maakt uit de bewijzen op dat de verdachte vlak voor het schot riep: "Ik schiet je". Vervolgens vuurde hij vanaf relatief korte afstand een kogel af in de richting van zijn broer. De verdachte schoot volgens eigen zeggen vanuit de heup. Het slachtoffer werd in zijn bovenbeen geraakt, op ongeveer dezelfde hoogte als waar de verdachte het vuurwapen hield. Dit strookt niet met de verklaring van de verdachte dat hij richting de grond zou hebben gemikt. Dat zijn broer in beweging was, was duidelijk voor de verdachte en ook voorzienbaar na zijn mededeling dat hij hem zou gaan schieten. Volgens de rechtbank is het onder deze omstandigheden aannemelijk dat de kogel het slachtoffer zou raken en ook dat dit op een vitale plek zou zijn waardoor het slachtoffer zou overlijden. Dit betekent dat de verdachte zich schuldig maakte aan een poging tot doodslag.
De schietpartij was op klaarlichte dag, op de openbare weg, midden in een woonwijk. De verdachte riep welbewust een zeer groot en levensbedreigend gevaar voor zijn broer in het leven. In zijn voordeel weegt mee dat hij zijn broer onmiddellijk naar het ziekenhuis heeft gebracht. Verder beschouwt de rechtbank hem als verminderd toerekeningsvatbaar. Volgens een psycholoog en een psychiater is namelijk sprake van een pathologisch aangemerkte zwakbegaafdheid en een gestagneerde persoonlijkheidsontwikkeling met narcistische en antisociale trekken. Al met al vindt de rechtbank een celstraf van 3 jaar op zijn plaats. Daarnaast moet de verdachte zijn broer een schadevergoeding betalen van 9.285,52 euro.