De verdachte ging in mei jl. 's nachts naar binnen bij een woning aan de Houtstraat in Eindhoven. Hij deed dit via een openstaande balkondeur en kwam uit in de slaapkamer van de bewoner. Toen die bewoner schrok en begon te schreeuwen, is de verdachte vertrokken. Uren later brak de verdachte in op weer een ander adres in dezelfde straat. Hij wilde daar een laptop meenemen. Een bewoner overliep de verdachte, raakte met hem in een worsteling en vervolgens kon de verdachte buiten worden gearresteerd. De vrouw van de bewoner had in de slaapkamer 112 gebeld.
Volgens de officier van justitie wilde de verdachte spullen weghalen uit beide woningen. De verdachte verklaart dat hij een schuilplaats zocht tegen de regen en een plek om uit te rusten. Hij is dakloos. Volgens de verdachte ging hij daarom de eerste woning binnen; hij zou dit niet hebben gedaan om spullen te stelen. De diefstal van de laptop in de tweede woning bekent hij. Hij verklaarde inmiddels honger te hebben gekregen, de laptop van buiten te hebben zien liggen en zou toen hebben bedacht in te breken.
De rechtbank vindt dit verhaal niet ongeloofwaardig, omdat uit camerabeelden blijkt dat hij zich aan het begin van de nacht verderop in de straat zo'n 40 minuten bij (weer) een andere voordeur ophield. Hij trok en duwde daar meerdere keren aan de deur, riep door de brievenbus en belde aan. Ook hier wilde de verdachte volgens eigen zeggen schuilen. Dit verwarde en luidruchtige gedrag past niet bij een plan om in te breken.
Twijfel
Gelet op het tijdsverloop tussen de 3 incidenten en de uiteenlopende motieven aan het begin en het einde van de nacht, twijfelt de rechtbank of de verdachte met de insluiping op het eerste adres de intentie had om daar spullen weg te halen. Daarom spreekt de rechtbank de verdachte hiervan vrij. Hij wordt wel veroordeeld voor de woninginbraak en diefstal van de laptop. Bovendien mishandelde hij een arrestantenverzorger die hij - na zijn aanhouding - op het politiebureau tegen het hoofd sloeg. De verdachte heeft dit ook bekend.
Confrontatie
De woning is bij uitstek een plek waar bewoners zich veilig moeten kunnen voelen. Een inbraak in de nachtelijke uren zorgt voor gevoelens van angst en onveiligheid. De verdachte trok zich hier niets van aan. Toen de bewoner wakker werd en beneden kwam kijken, ging de verdachte niet weg maar zocht juist de confrontatie. De rechtbank legt een celstraf op van 6 maanden. Ook moet hij de arrestantenverzorger een schadevergoeding betalen van 650 euro. De laptop is na de inbraak achtergebleven in de woning dus hoeft de verdachte die niet te vergoeden.