BEST - De rechter-commissaris besloot vrijdagmiddag 13 januari dat de hoofdverdachte in het onderzoek naar de aanslag op de woning van een politieagent in Best langer blijft vastzitten. Afgelopen woensdag hield de politie de vermoedelijke opdrachtgever (42) en de vermoedelijke uitvoerder (24) aan als verdachten van de explosie op zondag 13 december 2020.


Inbewaringstelling

De 42-jarige hoofdverdachte werd op woensdag 11 januari aangehouden. Lees ons eerdere bericht hier. Het onderzoeksteam beschouwt de hoofdverdachte als degene die de opdracht gaf tot de gerichte aanslag op de woning van de politieagent in Best. Hij werd gisteren voorgeleid aan de rechter-commissaris in ’s-Hertogenbosch. Deze besloot het voorarrest van de hoofdverdachte met veertien dagen te verlengen.

Groot onderzoek
De politie startte in december 2020 meteen een groot opsporingsonderzoek vanwege de ernst van het feit. Het opzettelijk veroorzaken van een explosie bij een woning waarbij iemand (zwaar) lichamelijk letsel kan oplopen is een zeer ernstig misdrijf. Rechercheurs deden uitgebreid tactisch en technisch onderzoek op de locatie naar aanwijzingen en/of sporen die meer info konden opleveren over de toedracht van de explosie. Bij een dergelijk uitgebreid onderzoek wordt ook forensisch onderzoek gepleegd, om bijvoorbeeld dadergerelateerde sporen en sporendragers te bemonsteren op identificerend materiaal zoals DNA. Daarnaast kreeg de recherche in het onderzoek de beschikking over ontsleutelde cryptocommunicatie tussen meerdere personen. Ook deze informatie wordt nauw betrokken bij het onderzoek naar de aanslag.

DNA-sporen aangetroffen
Bij de aanslag op de woning werd gebruik gemaakt van een zwaar explosief. Op het explosief werd DNA aangetroffen waarbij de politie het vermoeden heeft dat het van de op woensdag aangehouden uitvoerder is. Naast het DNA van de vermoedelijke uitvoerder werd ook een tot op heden onbekend vrouwelijk DNA-spoor aangetroffen op het explosief. Daar wordt nog verder onderzoek naar gedaan.

Motief

Het onderzoeksteam denkt dat het motief van de aanslag ligt in het uitschrijven van bekeuringen door de getroffen politieagent aan de zoon van de vermoedelijke opdrachtgever. Het lijkt dat de vader van de jongen hierover zo boos was, dat hij de opdracht heeft gegeven om een gerichte aanslag op de woning van de politieagent uit te voeren.