De verdachte stak in augustus vorig jaar een man op straat neer. Meerdere mensen in de omgeving waren getuige van de gruwelijke en nietsontziende wijze waarop de verdachte tienmaal met een mes op het slachtoffer in stak en hem vervolgens aan zijn lot overliet.
Volgens de verdediging vreesde de verdachte voor zijn leven omdat het slachtoffer boos en agressief richting hem zou zijn geweest. De rechtbank oordeelt dat dit verweer niet opgaat. De verdachte bevond zich samen met vrienden op het terras van een café. Uit de camerabeelden en de audiobestanden blijkt onder meer dat de verdachte meerdere malen opmerkingen maakte over het slachtoffer en in de richting van het slachtoffer. De verdachte maakte schietbewegingen met zijn handen en toonde zijn mes. Hieruit concludeert de rechtbank dat de verdachte de confrontatie met het slachtoffer niet schuwde. Met zijn woorden en handelen trok hij juist de aandacht van het slachtoffer en er ontstond een woordelijke confrontatie. De verdachte bleef ook de aandacht trekken op de momenten waarop het slachtoffer van hem wegliep. Hieruit blijkt niet van angst om aangevallen te worden door het ongewapende slachtoffer.
De straf
De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij het slachtoffer op straat en in aanwezigheid van meerdere mensen op gruwelijke en nietsontziende wijze neerstak en hem vervolgens aan zijn lot overliet. De verdachte bracht de nabestaanden van het slachtoffer onherstelbaar leed en verdriet. De verdachte lijkt zich hiervan wel bewust te zijn en betuigde spijt voor de gevolgen van zijn handelen.
Terbeschikkingstelling
De verdachte is eerder veroordeeld voor geweldsdelicten. Uit onderzoek door een psychiater en een psycholoog blijkt dat het gedrag van de verdachte deels werd bepaald door zijn antisociale persoonlijkheidsstoornis. De kans op herhaling zou groot zijn. Om de maatschappij zo goed mogelijk tegen de verdachte te beschermen, legt de rechtbank tbs met dwangverpleging op.