De verdachte kreeg in december vorig jaar in het Eindhovense uitgaansgebied onenigheid met een groep. Hij haalde daarbij een mes tevoorschijn en stak een slachtoffer in zijn zij en een ander in zijn bil. Ze moesten in het ziekenhuis worden geholpen aan hun verwondingen.
Volgens de rechtbank is er onvoldoende bewijs dat de verdachte de intentie had om de slachtoffers te doden. Er is dan ook geen sprake van een dubbele poging tot doodslag, zoals de officier van justitie stelt. Wel maakte de verdachte zich schuldig aan zware mishandeling door een slachtoffer in zijn zij te steken en aan een poging daartoe door de andere man in zijn bil te steken.
Mes op zak
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte met een mes op zak naar een uitgaansgebied ging. Hij gebruikte dit mes daadwerkelijk toen hij ruzie kreeg. Het slachtoffer dat in zijn zij is geraakt, wordt door grote littekens dagelijks herinnerd aan de gebeurtenissen. Ook het andere slachtoffer hield psychische klachten over aan de steekpartij. Daarnaast zijn onschuldige omstanders ongewild geconfronteerd met het geweld. Dit alles rekent de rechtbank de verdachte zwaar aan.
Volgens de oriëntatiepunten binnen de rechtspraak zou een zware mishandeling met een wapen tot een celstraf van 1 jaar kunnen leiden. De rechtbank weegt in dit geval echter mee dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is. Volgens een psycholoog is sprake van een ongespecificeerde psychotrauma- of stressor gerelateerde stoornis. Hij krijgt daarom 12 maanden cel, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Daarnaast moet hij een maximale taakstraf van 240 uur uitvoeren.