ASTEN - De rechtbank Oost-Brabant heeft een 33-jarige man veroordeeld voor onder meer vrijheidsberoving, mishandeling, bedreiging en belaging van zijn ex-vriendin. Hij krijgt een gevangenisstraf van 18 maanden en een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel. Dit betekent dat de verdachte na zijn celstraf zo nodig onder intensief toezicht blijft staan en behandeling krijgt voordat hij kan terugkeren in de maatschappij.
De ex-vriendin bezocht in mei 2021 de verdachte in de woning van zijn ouders in Asten. Nadat de verdachte de voordeur opendeed, pakte hij het slachtoffer meteen bij de keel, gaf haar klappen en trok aan haar haren. Volgens de officier van justitie wilde de verdachte bewust zwaar lichamelijk letsel toebrengen aan het slachtoffer. De rechtbank oordeelt dat hiervoor onvoldoende aanknopingspunten in het strafdossier zitten. In het bijzonder blijft namelijk onder meer onduidelijk hoe lang en met welke kracht de verdachte haar bij de keel greep. De rechtbank veroordeelt de verdachte wel voor mishandeling. Ook hield hij de vrouw tegen haar wil in de woning. Daarnaast bedreigde hij het slachtoffer na de mishandeling; hij zei haar 'te gaan verkrachten', 'een mes te pakken' en haar 'te gaan vermoorden'.
De vrouw heeft meerdere keren duidelijk gemaakt dat zij geen contact meer wilde met de verdachte. Hij accepteerde dit echter niet en belde haar telkens (anoniem) en stuurde mails.. Ook toen hij van de officier van justitie een gedragsaanwijzing had gekregen zocht hij nog contact met de vrouw. Verder vernielde de verdachte in april 2021 het bed van het slachtoffer en stuurde vervolgens foto's van het resultaat naar haar. Dezelfde nacht stuurde hij mails dat hij van alles ging vernielen en dat hij de vrouw 'ging slopen'.
Verdrietig en bang
De rechtbank tilt zwaar aan dergelijke delicten. Juist binnen de relationele sfeer moeten veiligheid, vertrouwen en lichamelijke integriteit een groot goed zijn. De verdachte maakte hier ernstig inbreuk op. De bedreigingen en het geweld maakten een grote indruk op het slachtoffer. Zij voelt zich verdrietig en bang. Iedere dag denkt zij aan wat haar is overkomen, hoe zij door de verdachte is gemanipuleerd, lichamelijk en mentaal ziek gemaakt en mishandeld. Ook heeft ze de huur van haar huis opgezegd omdat ze zich in die woning niet meer veilig voelt. Verder houdt de rechtbank er bij het bepalen van de straf rekening mee dat de verdachte in 2016 voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
Onderzoek en behandeling
Een psycholoog en een psychiater konden niet adviseren over het opleggen van een tbs-maatregel, omdat de verdachte in het Pieter Baan Centrum weigerde mee te werken aan onderzoek naar zijn geestelijke gesteldheid. De rechtbank vindt, anders dan de officier van justitie, dat er onvoldoende aanwijzingen zijn voor het opleggen van de tbs-maatregel. De rechtbank vindt het echter wel van belang dat de verdachte na zijn celstraf wordt behandeld aan zijn problematiek. Hij krijgt daarom een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel. Dit betekent dat deskundigen tegen het einde van de celstraf moeten beoordelen hoe groot de kans op herhaling is en welke behandeling moet volgen om de maatschappij zo goed mogelijk tegen de verdachte te beschermen. De rechtbank kan dat vervolgens alsnog opleggen.
Naast de celstraf en de toezichtsmaatregel mag de verdachte 5 jaar geen contact zoeken met het slachtoffer en niet in de buurt van haar woning en werk komen.