EINDHOVEN - De rechtbank Oost-Brabant heeft twee mannen van 23 jaar uit Eindhoven veroordeeld voor het overtreden van de wet milieubeheer door het dumpen van drugsafval in een woonwijk. Afvalstoffen die afkomstig waren van de fabricage van synthetische drugs lieten zij achter in bestelbusjes die ze op de openbare weg parkeerden. Eén van de bestelbusjes met illegale chemicaliën ontplofte en vloog in brand. De ene verdachte krijgt een celstraf van 10 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk, de ander krijgt de maximale werkstraf van 240 uur en 6 maanden voorwaardelijke jeugddetentie.


In oktober 2018 vond de politie een bestelbus waaruit een behoorlijke hoeveelheid chemische vloeistoffen lekte. In de laadbak stonden tal van vaten en jerrycans met afvalstoffen van een drugslab. Eén van de vaten was omgevallen en lekte naar het riool.

Een dag later ging een andere bestelbus, die bij een flatgebouw aan de Offenbachlaan in Eindhoven stond, in vlammen op. Ook in dit busje trof de politie restanten van drugsafval aan. Uit onderzoek blijkt dat de vaten en jerrycans uit beide busjes onder andere afkomstig waren uit een grootschalige opslaglocatie in Urk. In het lekkende bestelbusje lagen handschoenen en colablikjes met DNA van beide verdachten erop. Verder zijn er camerabeelden die de verdachten in verband brengen met de busjes.

Strafoplegging

De verdachten hebben door het overtreden van de Wet milieubeheer een bijdrage aan het faciliteren en voortbestaan van de productie van harddrugs geleverd. Het dumpen van drugsafval zorgde voor een ernstig gevaar in de woonwijk en kan ook grote schade aan het milieu veroorzaken.

De rechtbank rekent het de verdachten zwaar aan dat zij geen blijk gaven van inzicht of van de ernst van hun gedragingen. In het geval van één van de verdachten past de rechtbank het jeugdstrafrecht toe, omdat deze verdachte een licht verstandelijke beperking en een beperkte mate van zelfredzaamheid heeft en ook kwetsbaar en beïnvloedbaar is.

Verder weegt de rechtbank bij het bepalen van de straffen mee dat de redelijke termijn waarbinnen het Openbaar Ministerie deze zaken voor de rechter had moeten brengen, in aanzienlijke mate is overschreden. De rechtbank heeft daarom een strafkorting toegepast. De ene verdachte krijgt geen 11 maanden cel, maar 10 maanden. De andere man krijgt niet 7 maanden voorwaardelijke jeugddetentie, maar 6 maanden en daarnaast een werkstraf van 240 uur.

Tot slot moeten de verdachten samen een schadevergoeding betalen van 33.694,95 euro aan de gemeente Eindhoven voor de kosten van het afvoeren van het drugsafval, de bodemsanering en herstel van het straatwerk.