De verdachte stuurde zijn ex en haar minderjarige dochter tussen augustus 2018 en april 2019 talloze e-mails, brieven en WhatsApp- en sms-berichten. Daarnaast plaatste de verdachte een GPS-tracker onder de auto van zijn ex om precies te weten waar zij was. Hij volgde haar verschillende keren, zocht haar op en sprak haar aan op straat. Ook nam hij contact op met de school van het meisje. Verder probeerde de verdachte zijn ex te dwingen een gesprek met hem aan te gaan. Dit deed hij door haar auto- en huissleutels af te pakken. In deze context gaat het eveneens om een strafbaar feit.
Nadat de verdachte vanwege de belaging een contactverbod met haar en haar dochter opgelegd had gekregen, bleef hij over een periode van zo’n 3 maanden (in)direct contact met ze zoeken. Ook schond hij het aan hem opgelegde locatieverbod door ongevraagd bij de woning van zijn ex te verschijnen. Vervolgens is een tweede contact- en gebiedsverbod opgelegd van wederom 3 maanden. De dag nadat die gedragsaanwijzing was verstreken, begon de verdachte weer veelvuldig en op verschillende manieren contact te zoeken. De vrouw koos er in oktober 2019 voor uit het leven te treden.
Hardleers
De belaging maakte zeer grote indruk op het slachtoffer; zij ging hier emotioneel zwaar onder gebukt. De rechtbank acht het zeer kwalijk dat de verdachte daarbij dreigde contact op te nemen met de Raad voor de Kinderbescherming en andere instanties en dat dit gevolgen zou hebben voor de dochter. Zeker nu de verdachte, die in het verleden advocaat was, zijn ex juridisch had bijgestaan in diverse procedures die speelden in het kader van de vechtscheiding tussen de vrouw en de vader van het meisje. Daarnaast vreesde de vrouw lange tijd dat de verdachte met de afgepakte huissleutel haar woning zou binnendringen.
De verdachte was hardleers en had overduidelijk lak aan de wens van de vrouw om door hem met rust gelaten te worden. De rechtbank legt een deels voorwaardelijke straf op om de verdachte ervan te weerhouden dat hij opnieuw de fout in gaat. Daarnaast mag hij tijdens de proeftijd van 2 jaar geen (in)direct contact zoeken met de dochter van het slachtoffer. Ook moet hij ten behoeve van het overleden slachtoffer een schadevergoeding betalen van ruim 3.100 euro.