Op 21 maart 1997 wordt Els Slurink dood in haar woning aangetroffen. Ze is met een scherp voorwerp in haar borst gestoken. Ondanks aanhoudende inspanningen door de politie blijft lange tijd onduidelijk wie de dader is. Er wordt een dna-spoor van een onbekende persoon aangetroffen onder vingernagels van het slachtoffer. Een match blijft echter uit.
In 2020 kan het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) met verbeterde technieken de destijds veiliggestelde sporen onderzoeken. Zo wordt een dna-profiel vastgesteld. Dat dna-profiel blijkt een match met een profiel dat in de dna-databank stond: dat van de verdachte.
De man wordt in februari 2021 aangehouden. Hij werd eerder veroordeeld voor vergrijpen met geweld. Zijn profiel werd daarom opgenomen in de dna-databank. De rechtbank in Groningen legde in maart 2022, in eerste aanleg, een gevangenisstraf op van tien jaar. De verdachte ging tegen deze uitspraak in hoger beroep.
De advocaat-generaal van het OM vindt de eis van tien jaar gevangenisstraf op zijn plaats, zo vertelde ze vandaag in de zittingszaal bij het Gerechtshof in Arnhem. “De verdachte heeft jarenlang, en ook vandaag ter zitting, de feiten ontkend. Hiermee heeft hij geen inzicht getoond in het verwerpelijke van zijn handelen en geen verantwoordelijkheid genomen.”
Bewijs
In de nacht waarin het slachtoffer is overleden hoorden haar buren een luide woordenwisseling gevolgd door een harde bons. Het OM gaat ervan uit dat Els Slurink de verdachte in haar woning heeft aangetroffen en er een woordenwisseling volgde. De verdachte zou Els Slurink hebben gestoken met een scherp voorwerp, het slachtoffer heeft zich verweerd.
De advocaat-generaal stond stil bij de impact die de zaak al 26 jaar heeft op de familie en nabestaanden van Els Slurink “De verdachte heeft Els Slurink en haar dierbaren het kostbaarste bezit afgenomen: haar leven. De dierbaren van Els Slurink hebben, mede door het toedoen van het zwijgen door verdachte, al die jaren in onzekerheid geleefd en ondervinden nog altijd de emotionele gevolgen van haar dood.”
Het Gerechtshof in Arnhem doet uitspraak op 11 april.