EINDHOVEN - De rechtbank Oost-Brabant heeft een 42-jarige man uit Eindhoven veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar en terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging. Hij stak in april vorig jaar zijn moeder dood.

De verdachte meldde zich in april 2019 op het politiebureau, zei zich aan te willen geven, noemde zijn adres en gaf de sleutels van zijn woning aan een agent. Hij vroeg daarna om een advocaat en wilde verder niets vertellen. In de woning trof de politie het lichaam van de 71-jarige moeder van de verdachte aan. De vrouw had meerdere steek- snijwonden. Eén van die steekwonden was fataal en raakte haar long en hart.Volgens de verdachte heeft hij geen herinnering dat hij zijn moeder heeft gestoken. Hij weet nog wel dat zij in zijn appartement was en dat hij haar een duw gaf. Zijn volgende herinnering zou zijn dat hij met een keukenmes in zijn hand in de gang van zijn woning stond. De verdachte legde naar eigen zeggen toen het mes op de grond, ging naar de woonkamer en zag daar zijn moeder heel stil liggen. De verdachte liep vervolgens naar het politiebureau. De rechtbank maakt uit de bewijsmiddelen op dat hij degene is die zijn moeder met het keukenmes heeft gestoken.

Waanstoornis
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte de nabestaanden, en dus ook zijn eigen familieleden, onherstelbaar leed aandeed. De nabestaanden blijven met veel vragen achter en het gemis is erg groot. Volgens vaste rechtspraak is bij dit soort levensdelicten een celstraf van 12 jaar op zijn plaats. In dit geval kan de verdachte echter niet geheel verantwoordelijk worden gehouden voor de verschrikkelijke dood van zijn moeder. Volgens een psychiater en een psycholoog is er bij de verdachte namelijk sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens en een ziekelijke stoornis; hij kampte met een aanhoudende waanstoornis.

De verdachte raakte ervan overtuigd dat zijn moeder hem al langere tijd sarde en erop uit was hem te benadelen. Zijn advocaat wijt de waanstoornis van zijn cliënt aan een herseninfarct in 2017, dat zijn hersenen zou hebben beschadigd. De deskundigen van het Pieter Baan Centrum stellen echter dat bij de verdachte al vele jaren vóór het herseninfarct sprake was psychische problemen. Na het herseninfarct voelde hij zich extra kwetsbaar en emotioneel instabiel en heeft hij een doorlopende waanstoornis ontwikkeld. De deskundigen adviseren daarom de verdachte verminderd (en niet, zoals door de advocaat bepleit, geheel) toerekeningsvatbaar te achten. De rechtbank neemt dit advies van de deskundigen over. De rechtbank laat dit alles zwaarder meewegen in haar beslissing dan de officier van justitie, daarom krijgt de verdachte geen 6 jaar, zoals de officier van justitie had geëist, maar 4 jaar cel. Om de kans op herhaling te beperken vindt de rechtbank naast de celstraf tbs met dwangverpleging noodzakelijk.

Een nichtje en 2 broers van het slachtoffer vroegen de rechtbank een vergoeding toe te kennen van ieder 17.500 euro voor geleden shockschade. Dit verzoek heeft de rechtbank afgewezen, omdat zo’n schadevergoeding volgens de wet alleen toewijsbaar is aan partners, ouders en kinderen.