EINDHOVEN - De rechtbank Oost-Brabant heeft mannen van 35 en 41 jaar vrijgesproken van betrokkenheid bij een gewelddadige woningoverval in Eindhoven. Er is onvoldoende bewijs dat zij midden in de nacht een vrouw overvielen en beroofden.

De vrouw verklaarde dat 2 overvallers in juli 2022 haar woning waren binnengedrongen. Zij zouden de voordeur hebben ingetrapt en de vrouw hebben geschopt en geslagen. Vervolgens sleurden de daders haar aan haar haren mee de trap op en knepen haar keel dicht. Ze gingen er uiteindelijk vandoor met 1.500 euro aan contanten, een iPhone, gouden armbanden, een gouden ketting en een handtas met onder meer creditcards en een paspoort. In het ziekenhuis werd vastgesteld dat de vrouw 4 gebroken ribben, een klaplong en bloeduitstortingen in haar gezicht had.

De officier van justitie wijst de 2 mannen aan als daders van de gewelddadige woningoverval en baseert zich daarbij onder meer op de verklaring van de vrouw. Zij zou de 35-jarige man namelijk hebben herkend. Daarnaast zit er op een stroomkabel waarmee de daders de vrouw probeerden vast te binden, DNA-materiaal van de 41-jarige verdachte. Ook een aantal getuigen verklaarde dat deze 2 mannen verantwoordelijk zijn voor de woningoverval.

Vrijspraak

De rechtbank vindt de enkele verklaring van de vrouw, dat zij de 35-jarige man zou hebben herkend, onvoldoende om hem te veroordelen. Er moet steunbewijs zijn en dat is er niet. De getuigen hebben niet zelf gezien dat de verdachten betrokken waren bij de overval. Ook hoorden zij dit niet van de verdachten of van de vrouw. De getuigen wijzen naar verschillende bronnen. Dit maakt dat de rechtbank deze verklaringen zeer terughoudend moet beoordelen. Ditzelfde geldt voor de verklaring van de vrouw. Zij ging pas zo'n 7 uur na de overval naar de politie. In de tussentijd had zij contact met meerdere personen over wat er zou zijn gebeurd. Dit maakt dat de rechtbank niet zonder meer uit kan gaan van de betrouwbaarheid van de aangifte. Omdat zij kort na het incident is overleden, kan de vrouw hierover niet nader worden gehoord.

De rechtbank constateert verder dat het gevonden DNA-materiaal op een verplaatsbaar voorwerp zit. Er kan niet met zekerheid worden vastgesteld dat het DNA van de 41-jarige man daarop terecht is gekomen doordat hij de kabel bij de overval heeft vast gehouden. Ook zijn er geen DNA-sporen van die verdachte gevonden op de uiteinden van de kabel, wat je wel zou verwachten als de kabel door hem gebruikt zou zijn om de vrouw vast te binden.

Al met al kan de rechtbank niet met de vereiste mate van zekerheid vaststellen dat de verdachten betrokken waren bij de woningoverval. Zij spreekt de verdachten daarom vrij.