De zaak kwam aan het rollen op 13 april 2021. Tijdens de avondklok in coronatijd valt het oog van de politie op de Eindhovenaar, die in een auto zit. Een controle leidt uiteindelijk tot de vondst van een shotgun in de auto. Vervolgens worden meerdere doorzoekingen verricht, onder meer in de parkeerkelder onder zijn woning. In verschillende auto’s worden grote hoeveelheden drugs en wapens gevonden. Het gaat onder meer om tientallen kilo’s amfetamine, tientallen liters amfetamineolie en MDMA, vier automatische wapens, drie handgranaten en twaalf handvuurwapens. Het blijkt het begin van onderzoek 26Charley.
Onderzoek
In het onderzoek krijgt de recherche zicht op tal van belastende berichten uit cryptodata van versleutelde berichtendiensten. Het gaat om berichten die onder meer afkomstig zijn van iemand die later wordt geïdentificeerd als de verdachte. Het onderzoek levert echter niet alleen bewijs op uit berichtenverkeer. Er worden ook tal van DNA-sporen van de Eindhovenaar gevonden, onder meer op meerdere wapens die in auto’s in de parkeerkelder lagen. Uit het dossier blijkt volgens het OM onomstotelijk dat de verdachte in ieder geval gedurende een groot aantal maanden vrijwel dagelijks bezig was met grootschalige drugs- en wapenhandel: ‘Door zijn handel werden meerdere kalasjnikovs in het criminele circuit gebracht.’
Ontvoering en marteling
Verder onderzoek brengt aan het licht dat de verdachte in juni 2020 samen met andere personen een Belgische man heeft ontvoerd. In een garage is de Belg op een stoel geplaatst en bewerkt met onder meer een hamer. Aanleiding was de ‘verdenking’ dat de Belg mogelijk cocaïne zou hebben gestolen. Hij moest daarover worden ‘verhoord’. Berichten over de ontvoering duiden erop dat de verdachte, naar eigen zeggen, het slachtoffer heeft ‘gesloopt en gemarteld’, ‘twee vingers eraf heeft geknipt’ en ‘zijn voeten heeft gebroken met een hamer’. Het zijn uitspraken die volgens de officier van justitie veelzeggend zijn voor het gewelddadige karakter van de verdachte.
'Ontluisterend beeld'
Uit de berichten komt volgens de officier van justitie een ontluisterend beeld naar voren van iemand die grof geld verdiende met zijn handel. Uit het dossier kan worden afgeleid dat de man kennelijk over vastgoed beschikt in Marokko, geruime tijd in Spanje kon verblijven en vermoedelijk via autohandel of horloges zijn vermogen witwaste. Hij kon verder beschikken over corrupte contacten, zoals een persoon die toegang had tot de havens.
Gelet op alle feiten en omstandigheden en ter bescherming van de maatschappij vindt het OM een lange gevangenisstraf op zijn plaats. Tegen de Eindhovenaar is de maximale gevangenisstraf van 16 jaar geëist. De rechtbank doet op 23 april 2024 uitspraak.