NEDERLAND - Hij moest worden opgehangen of onthoofd. Twee mannen van 56 en 29 jaar uit Pakistan, een religieus leider en een politiek leider, riepen de afgelopen jaren hun volgelingen op om Tweede Kamerlid Geert Wilders te vermoorden. Het Openbaar Ministerie eiste vandaag 14 en 6 jaar cel tegen hen.

De 56-jarige verdachte is een religieus leider die in Pakistan aanzien geniet. Niet alleen heeft hij de wens uitgesproken dat Geert Wilders ooit opgehangen zou worden, ook sprak hij een fatwa over hem uit - een islamitisch religieus edict, in dit geval om Geert Wilders te doden.

De 29-jarige verdachte is politiek leider van een politieke partij in Pakistan. Nadat vorig jaar in Nederland een Pakistaan werd veroordeeld voor het uitloven van een beloning voor het doden van Geert Wilders, riep hij op dat hijzelf of zijn publiek die taak nu op zich moesten nemen.

Fatwa

Volgens het Openbaar Ministerie heeft de 56-jarige verdachte zich schuldig gemaakt aan een poging tot uitlokking moord, waarvoor gevangenisstraffen tot 20 jaar kunnen worden opgelegd. De officier van justitie merkte op zitting op dat verdachte zijn uitlatingen meerdere keren heeft herhaald over een langere periode en ook steeds concreet benoemde wat er moest gebeuren: ophanging of onthoofding. Daar komt nog bij de fatwa die hij uitsprak, dat blijft staan tot het is uitgevoerd. Van de fatwa gaat dus een dreiging uit die niet meer weggaat.

De 29-jarige verdachte heeft zich volgens het Openbaar Ministerie schuldig gemaakt aan opruiing tot of bedreiging met een terroristisch misdrijf. Daarvoor kunnen straffen tot 8 jaar cel worden opgelegd. In een speech verwees hij naar de uitspraken van de vorig jaar veroordeelde Pakistaan.

Bij verstek

Het Openbaar Ministerie heeft de verdachten gedagvaard en via een rechtshulpverzoek aan Pakistan verzocht die dagvaardingen aan de verdachten uit te reiken. Dit is niet gebeurd. Verdachten zijn niet verschenen op zitting, noch heeft een advocaat zich namens hen gemeld. Het Openbaar Ministerie heeft in elk geval voldaan aan de wettelijke inspanningsverplichting om verdachten van hun strafzaak op de hoogte te brengen. Verdachten worden daarom bij verstek vervolgd.

Tegen de 56-jarige man eiste het Openbaar Ministerie een gevangenisstraf van 14 jaar, tegen de 29-jarige verdachte een gevangenisstraf van 6 jaar. Over een week, op 9 september, doet de rechtbank uitspraak.