De agent ging in januari 2020 achter een auto aan nadat de bestuurder een stopteken van de politie had genegeerd.
Op een kruising in Helmond botste de agent met een overstekende bromfietser. Het slachtoffer brak zijn heup, enkel en voet en is nog altijd aan het revalideren van dit zwaar lichamelijk letsel.
De rechtbank oordeelt dat de agent zeer onvoorzichtig en onoplettend reed en daardoor verantwoordelijk is voor het veroorzaken van het ongeval. Zijn rijgedrag past niet bij wat van een politieagent mag worden verwacht. Hij reed namelijk zonder geluidssignalen met zeer hoge snelheid (een halve seconde vóór de botsing reed hij nog 81 km/uur) bij een onoverzichtelijke kruising binnen de bebouwde kom, op een weg waar het doorgaans druk is.
Daarbij komt dat de agent vlak voor het oprijden van de kruising nog gas heeft gegeven én door een rood verkeerslicht reed. Volgens de richtlijnen van de politie moet bij het naderen van een kruising juist worden afgeremd. En een rood verkeerslicht mag met maximaal 20 km/uur worden gepasseerd.
De beste bedoelingen
De agent bracht zichzelf en andere weggebruikers in een levensgevaarlijke situatie. De rechtbank rekent hem dit aan en overweegt dat juist van een politieagent mag worden verwacht dat hij de veiligheid van anderen in acht neemt. De agent mag van geluk spreken dat de gevolgen relatief beperkt zijn gebleven. Verder is de rechtbank zich ervan bewust dat het achtervolgen van een auto door de politie risico’s met zich meebrengt.
De agent had de beste bedoelingen en handelde in dienst van de maatschappij. Hij was nog in opleiding en moest in zeer korte tijd belangrijke beslissingen nemen. Ook weegt mee dat de agent de ernst van het door hem aangedane leed inziet en dat hij meeleeft met het slachtoffer. Al met al vindt de rechtbank een taakstraf van 80 uur op zijn plaats. Daarnaast krijgt hij een voorwaardelijke rijontzegging van 6 maanden.