DUIZEL - De rechtbank Oost-Brabant heeft een 51-jarige man uit Duizel veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 jaar voor doodslag. Hij stak tijdens een huiselijke ruzie zijn broer dood.


De verdachte stond in november 2020 in de keuken aan het aanrecht toen zijn broer vanuit het washok riep dat ‘de honden vals waren’. Vervolgens kwam de broer dreigend en met gebalde vuist aangelopen. Volgens de verdachte liep bij hem op dat moment 'de emmer over'. Hij pakte een fileermes uit de keukenla en stak daarmee in op het bovenlichaam van zijn broer. Vervolgens duwde de verdachte zijn vader opzij en vluchtte de woning uit. Het slachtoffer bleek in zijn hart te zijn geraakt en kwam om het leven.

Geen noodweersituatie
Volgens de verdediging was er sprake van een noodweersituatie en kon de verdachte niet anders dan op deze manier handelen. De rechtbank gaat daar niet in mee. De verdachte had andere opties. De ruimte in de keuken is weliswaar beperkt, maar het is niet zo dat de verdachte geen kant op kon. Integendeel, de verdachte verklaart zelf dat hij direct na het steken zijn vader opzij duwde en naar buiten is gerend. Dit had de verdachte ook kunnen doen op het moment dat hij zijn broer zag aankomen. Er was dus geen noodzaak zich te verweren tegen de aanval. Dit betekent dat er geen sprake is van noodweer en dat de verdachte strafbaar is voor zijn daad.

Schrijnende omstandigheden
De verdachte bracht de nabestaanden intens verdriet en onherstelbaar leed toe. Bovendien was hij tijdens het voorval onder invloed van een grote hoeveelheid alcohol waarvan hij de negatieve werking op zijn gedrag kende of moest begrijpen. Volgens de rechtbank is een lange celstraf dan ook gerechtvaardigd. De officier van justitie eiste 8 jaar cel. De rechtbank komt tot lagere straf, omdat zij rekening houdt met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en met de omstandigheden waaronder het incident plaatsvond.

Volgens een psycholoog lijdt de verdachte aan een lichte verstandelijke ontwikkelingsstoornis. Ook weegt mee dat de leefsituatie van de verdachte, zijn broer en hun vader niet optimaal was. Beide broers waren beperkt en hun vader was (licht) dementerend en op leeftijd. De verdachte kampte al lange tijd met een stevige alcoholverslaving, die toenam na het overlijden van zijn moeder in februari 2020. Bovendien boterde het al jarenlang niet tussen beide broers. Volgens de verdachte was zijn oudere broer hem fysiek de baas, hij was groter en sterker. Een zus verklaarde altijd bang geweest te zijn dat zoiets als het delict zou gebeuren. De rechtbank houdt rekening met deze schrijnende omstandigheden.

Gedegen begeleiding nodig
Ook weegt mee dat de verdachte zelf is getroffen door de gevolgen van zijn daad. De verhoudingen met de meeste van zijn familieleden zijn gebrouilleerd waardoor hij geen sociaal vangnet meer heeft. Al met al vindt de rechtbank een celstraf van 6 jaar op zijn plaats. De rechtbank benadrukt uitdrukkelijk dat het van groot belang is dat de verdachte na zijn detentie gedegen wordt begeleid en dat hier tijdig op wordt ingezet. Op advies van de psycholoog moet de verdachte begeleid gaan wonen en worden begeleid bij de problemen die hij in het dagelijks leven tegenkomt. Daarbij moet ook aandacht zijn voor zijn alcoholprobleem.

Naast de celstraf moet de verdachte zijn vader een schadevergoeding betalen van 20.000 euro.