De vrouw fietste die avond van haar werk terug naar huis in Eindhoven. De verdachte stond haar ter hoogte van de Schakel op te wachten. Toen de vrouw passeerde, liep de verdachte op haar af en sprak haar aan. Hij pakte zijn ex-vriendin vast en duwde haar op de achterbank in zijn auto. Vervolgens pakte de verdachte haar telefoon af, trok een deel van haar kleding uit en probeerde haar te verkrachten.
Op dat moment hoorde iemand het slachtoffer huilen. Hij sloeg op het raam van de auto en trok het portier open. Hierop staakte de verdachte zijn poging de vrouw te verkrachten, klom van de achterbank naar de bestuurdersstoel en ging er met het slachtoffer vandoor. Hij stopte uiteindelijk in een bosgebied. Daar kleedde de verdachte zijn ex-partner aan en bracht haar vervolgens naar huis.
Vervolgens probeerde de verdachte de verklaringsvrijheid van het slachtoffer te beïnvloeden. Op de terugweg gaf hij instructies aan de vrouw over hoe zij moest verklaren als ze door de politie zou worden gehoord. Toen de vrouw daadwerkelijk door een agent werd gehoord in de nabijheid van de verdachte, oefende hij een dusdanige invloed op haar uit dat het slachtoffer niet meer durfde te verklaren. Ook vroeg de verdachte aan zijn broer om de vrouw onder druk te zetten om haar de aangifte te laten intrekken. Dat heeft zijn broer vervolgens ook gedaan via chatberichten.
Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de ontvoering en poging tot verkrachting een grote indruk op het slachtoffer hebben gemaakt. Daarnaast is haar angst aangejaagd door de broer van de verdachte in een poging haar verklaringsvrijheid te beïnvloeden. Dit blijkt onmiskenbaar uit de chatgesprekken tussen de broer en het slachtoffer. De vrouw voelde zich hierdoor duidelijk geïntimideerd. Al met al vindt de rechtbank een celstraf van 2 jaar op zijn plaats.